Vraag naar middeldure huurwoningen het grootst bij jonge huishoudens

De Nederlandse woningmarkt telt weinig huurwoningen in het middensegment (huur tussen ca. € 700 en 900). Verreweg de meeste Nederlanders wonen in een koopwoning of in een sociale huurwoning. Slechts 5% van de totale woningvoorraad is een zogeheten ‘geliberaliseerde huurwoning’. De grootste vraag naar deze huurwoningen is te verwachten van jonge huishoudens tot 35 jaar met een midden- tot hoger inkomen.

Het PBL heeft een ‘quickscan’ gedaan naar de potentiële vraag en aanbod van geliberaliseerde huurwoningen in de toekomst. Het gaat hier om woningen met een huur vanaf ca. € 700, waarvoor geen huurtoeslag kan worden aangevraagd. Het Kabinet wil de ontwikkeling van huurwoningen in het middensegment ondersteunen om zo de doorstroming op de woningmarkt te verbeteren.

Jonge huishoudens kunnen of willen niet altijd een huis kopen

Vooral bij jonge huishoudens tot 35 jaar met een midden- tot hoger inkomen (€ 38.000 of hoger) is een vraag naar geliberaliseerde huurwoningen te verwachten. Zij verdienen te veel voor een sociale huurwoning, maar kunnen niet altijd een woning kopen omdat ze de hypotheek niet rondkrijgen, bijvoorbeeld omdat ze geen vast arbeidscontract hebben. Soms ook kiezen deze jonge huishoudens bewust voor een huurwoning omdat ze zich nog niet willen ‘settelen’ in een koopwoning.

Tot 2025 zal deze groep jongeren-huishoudens nog groeien; in de regio Amsterdam-Utrecht nog langer. De vraag naar dit type huurwoningen zal zich vooral voordoen in de Randstad, Arnhem/Nijmegen, de stadsregio Groningen en de stedelijke regio’s van Brabant.

Geliberaliseerde huurwoningen mogelijk ook in trek bij senioren

Ook onder senioren (55+) met een eigen huis is een lichte toename van de vraag naar geliberaliseerde huurwoningen te verwachten. Het gaat dan om ouderen die hun opgebouwde vermogen willen benutten door hun huis te verkopen.

Toch verwacht het PBL dat deze groep niet groot zal zijn: ouderen verhuizen weinig en als ze dat toch doen, kiezen ze vaker voor een koopwoning.

Aanbod huurwoningen vooral van grote institutionele partijen

De verwachting is dat woningcorporaties de komende tijd niet meer veel investeren in de (middel)duurdere huurwoningen. Zij moeten zich volgens de nieuwe Woningwet concentreren op hun kerntaak: de sociale woningbouw. Alleen als er in een gemeente geen marktpartijen zijn die willen investeren in dit huursegment, mogen corporaties dat doen.

Het aanbod van geliberaliseerde huurwoningen zal vooral komen van grote commerciële ontwikkelaars en institutionele beleggers (zoals pensioenfondsen). Zij zullen met name in de Randstad en de stedelijke regio’s investeren: daar waar de vraag het grootst is. Daarnaast kunnen wellicht kleinschalige particuliere initiatieven van de grond komen, ook buiten de genoemde regio’s.

Gerelateerd

Over het onderwerp:

Wonen en ruimte

Onderzoeken over de woningmarkt, de woningvoorraad en de woonomgeving.

Meer over wonen en ruimte