Mogelijke doelen voor een circulaire economie

Op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat formuleert het PBL in deze policy brief bouwstenen voor doelstellingen voor een circulaire economie. In deze policy brief gaan we eerst in op het specifieke karakter van de circulaire economie. Daarna geven we een overzicht van de meest relevante grondstoffen en productgroepen vanuit verschillende perspectieven, namelijk het grondstoffengebruik, verschillende milieueffecten en leveringsrisico’s. Ten slotte schetsen we vervolgstappen om tot nadere invulling en uitwerking van een richtinggevend kader te komen.

De policy brief ‘Mogelijke doelen voor een circulaire economie’ bevat bouwstenen voor doelstellingen voor een circulaire economie en beoogt structuur aan te brengen in de discussie over mogelijke doelen voor een circulaire economie. Dit ter ondersteuning van het proces dat het ministerie in overleg met betrokken partijen doorloopt om de doelen van een circulaire economie voor 2030 en 2050 nader in te vullen. Deze policy brief is bedoeld als input voor de politieke, beleidsmatige en bredere maatschappelijke discussie over het stellen van passende doelen voor een circulaire economie. De policy brief is door het PBL in samenwerking met CBS, Centrum voor Milieuwetenschappen (CML), RIVM, Rijkswaterstaat en TNO geschreven en bouwt voort op de in 2019 uitgebrachte policy brief over de Doelstelling Circulaire Economie 2030.

Relevantie grondstoffen en productgroepen verschilt

Het antwoord op de vraag wat relevante grondstoffen en productgroepen zijn, is afhankelijk van het gekozen perspectief. Als de hoeveelheid gebruikte grondstoffen het uitgangspunt is, dan zijn andere grondstofstromen en productgroepen relevanter dan wanneer bijvoorbeeld wordt gekeken naar de milieueffecten die samenhangen met het gebruik, of naar de leveringszekerheid van grondstoffen. In deze policy werken we dit nader uit.

Doelen gericht op circulariteit en effecten

Het bevorderen van een circulaire economie vergt niet één doel, maar een set van doelen die gericht zijn op het gebruik van grondstoffen en de effecten van het grondstoffengebruik. Daarbij is het zinvol om onderscheid te maken tussen doelen die gericht zijn op het efficiënter omgaan met grondstoffen als zodanig (circulariteitsdoelen) en doelen die gericht zijn op de milieu- en sociaaleconomische effecten van grondstoffengebruik (effectdoelen). Circulariteitsdoelen kunnen worden geformuleerd voor de input van grondstoffen, het gebruik van materialen en producten en de output van grondstoffen in de vorm van afval. Daarnaast is de waarde van grondstoffen en producten van belang; deze lijkt vooral op product(groep)niveau zinvol. Voor de milieu- en sociaaleconomische effecten die een circulaire economie zou moeten opleveren en waarvoor het zinvol lijkt om hoofddoelen te formuleren, is het voorstel om ten minste te kijken naar klimaatverandering, biodiversiteitsverlies, vervuiling van lucht, water en bodem, en leveringsrisico’s van grondstoffen.

Focus bij effecten op productgroepen

Door naar een productgroep te kijken in plaats van naar een grondstof of materiaal, is het mogelijk om zicht te krijgen en te sturen op het grondstoffengebruik en de milieueffecten van producten over de gehele levensduur in de gehele productieketen. Effectdoelen voor productgroepen sluiten bovendien vaak beter aan bij de mogelijkheden van in de keten betrokken partijen om het grondstoffengebruik aan te passen of de milieu-impacts te verminderen.

Kenmerken

Publicatietitel
Mogelijke doelen voor een circulaire economie
Publicatiedatum
14 Juli 2021
Publicatie type
Rapport
Aantal pagina's
50
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
4610