Mondiale opgaven voor inclusieve groene groei
Het ontwikkelingsbeleid staat voor grote opgaven om armoede en honger de wereld uit te krijgen. Armoedebestrijding en inclusieve ontwikkeling kunnen niet zonder waarborgen van de natuurlijke bestaansbasis en een gezonde leefomgeving. In dit briefrapport, geschreven op verzoek van de directie Inclusieve Groene Groei (ministerie van Buitenlandse Zaken) ten behoeve van de beleidsnota Investeren in perspectief van minister Kaag, benoemt PBL de noodzaak van 5 transformaties.
5 transformaties
Het ontwikkelingsbeleid moet rekening houden met trends van bevolkingsgroei, economische ontwikkeling, toenemende ongelijkheid, vraag naar grondstoffen, verstedelijking, globalisering van handel en technologische ontwikkeling. Armoedebestrijding en inclusieve ontwikkeling kunnen – naast bijvoorbeeld het garanderen van werkgelegenheid, goed onderwijs en good governance – niet zonder het waarborgen van de natuurlijke bestaansbasis en een gezonde leefomgeving.
In het licht van de grote mondiale opgaven onderscheiden we de volgende 5 transformaties:
- energietransitie en het tegengaan van klimaatverandering;
- een duurzaam land- en voedselsysteem en het tegengaan van biodiversiteitsverlies;
- beschikbaarheid van grondstoffen en het circulair maken van de economie;
- een duurzaam beheer van watersystemen en bescherming tegen water- en klimaatrisico’s;
- duurzame verstedelijking in interactie met het platteland.
Deze transformaties moeten in samenhang worden geadresseerd om potentiële synergieën te benutten en goed om te gaan met mogelijke spanningen tussen doelen (trade-offs), waarbij doelbereik op het ene onderwerp achteruitgang veroorzaakt op een ander. Het gaat bijvoorbeeld niet om klimaatmitigatie of -adaptatie alleen, maar om ‘klimaatslimme’ ontwikkelingspaden. Een ‘slimme’ inclusieve groene groei zorgt voor synergie tussen de transformaties en voorkomt partiële oplossingen.
Aanknopingspunten voor beleid
Een belangrijke voorwaarde om de hiervoor genoemde transities mogelijk te maken, is het versterken van de sociale en ecologische waarden en risico’s in strategie- en planvorming, maatschappelijke afwegingen en investeringsbeslissingen waar het Nederlandse buitenlandbeleid invloed op heeft. Gezien de relatief grote milieudruk van consumptie en productie in Nederland op andere landen (footprint), moeten ook de effecten van handelen en beleid in Nederland elders worden meegenomen (ketenverantwoordelijkheid). Beleidscoherentie voor duurzame ontwikkeling (PCSD) is dan ook zeer belangrijk.
De notitie noemt een aantal aanknopingspunten in het beleid voor buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking (BHOS) die voor deze transformaties naar duurzame ontwikkeling verder uitgewerkt kunnen worden, zoals de gerichte ondersteuning van de meest kwetsbare groepen (those left behind), met als mogelijke focus de sterk onder druk staande drylands en basisvoorzieningen voor de allerarmsten.
Gerichte versterking gericht op inclusieve en groene groei van de burgermaatschappij (civil society), verduurzaming van bestaande investeringen, het stimuleren van duurzame handel en internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) en het ontwikkelen van ‘coalities van voorlopers’. Tot slot moeten ook nationaal beleid en transformaties in ontwikkelingslanden in samenhang worden aangepakt.
De 5 genoemde opgaven en transformaties staan ook in Nederland op de agenda. Door het nationale beleid in samenhang te beschouwen met deze transformaties in ontwikkelingslanden, kan afwenteling worden voorkomen, en kan Nederlandse kennis en kunde ook worden ingezet in het buitenland.
Auteurs
Kenmerken
- Publicatietitel
- Mondiale opgaven voor inclusieve groene groei
- Publicatiedatum
- 25 juni 2018
- Publicatie type
- Publicatie
- Productnummer
- 3321