Stikstof: ruimte voor perspectief

Ruimtelijkeordeningsbeleid kan bijdragen aan het vergroten van de natuurkwaliteit, en biedt daarmee een mogelijke bijdrage aan de vergemakkelijking van vergunningverlening rondom stikstofuitstoot. Bovendien biedt deze aanpak meekoppelkansen voor maatschappelijke vraagstukken als klimaatverandering, bodemdaling en landschap.

Na de uitspraken van het Europees Hof en de Raad van State aangaande het Programma Aanpak Stikstof (PAS) is vergunningverlening voor stikstof-uitstotende activiteiten lastiger geworden. De overheid heeft zich de maatschappelijke problematiek die hieruit volgde aangetrokken en heeft stikstof-reducerende maatregelen genomen. Op korte termijn zijn stikstof-reducerende maatregelen de enige serieuze mogelijkheid om meer ruimte te creëren voor nieuwe vergunningen. Op de langere termijn biedt een beleidsfocus uitsluitend gericht op het reduceren van stikstofuitstoot en het halen van de wetenschappelijke normen voor stikstofdepositie (de zogenoemde kritische depositiewaarden) echter beperkt perspectief.

Een focus op het verbeteren van natuurkwaliteit via een breder palet aan maatregelen, zoals het verhogen van de grondwaterstand of het vergroten van het leefgebied voor planten- en diersoorten, biedt daarentegen meer perspectief voor zowel natuurkwaliteit als vergunningverlening. Tevens zal wel aan een dalende trend in stikstofdepositie gewerkt moeten worden.

Vergunningverlening stikstof gebaat bij ruimtelijk beleid


Veel natuurmaatregelen en stikstofmaatregelen hebben ruimtelijke effecten. Zo heeft natuur ruimte nodig, en kunnen stikstofbronmaatregelen tot leegstaande (agrarische)bedrijven leiden. Omgekeerd kunnen ruimtelijke beleidsstrategieën de voorwaarden bieden voor effectieve natuurmaatregelen. Te denken valt hierbij aan het vergroten van het leefgebied voor planten- en diersoorten door natuurareaal te creëren of landbouw te extensiveren. Ook kunnen ruimtelijke beleidsstrategieën een bijdrage leveren aan het verplaatsen of terugdringen van stikstofuitstoot, en bieden ze meekoppelkansen bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken als klimaatadaptatie, woningbouw, bodemdaling, duurzame energieopwekking en landschap.

De notitie schetst drie ruimtelijke strategieën die elkaar kunnen ondersteunen en aanvullen.

  1. De eerste ruimtelijke strategie richt zich op het vergroten van het leefgebied voor planten- en diersoorten en het creëren van meer samenhang tussen natuurgebieden. Het uitbreiden en verbinden van leefgebied zal de natuurkwaliteit aanzienlijk verbeteren en daarmee de ruimte voor vergunningverlening vergroten. Voor de komende decennia kan aan een uitbreiding worden gedacht van bijvoorbeeld 50.000 ha bovenop de realisering van het Natuurpact.
  2.  De tweede ruimtelijke strategie richt zich op het verplaatsen of beëindigen van stikstof uitstotende bronnen om gebied specifieke depositie-knelpunten op te lossen. Deze strategie kan goed meekoppelen met de eerste strategie. Echter, voor substantiële reducties in stikstofdepositie zal gebiedsgericht bronbeleid gevoerd moeten worden.
  3.  De derde ruimtelijke strategie richt zich op het ruimtelijk laten meekoppelen van maatschappelijke opgaves zoals klimaatadaptatie en -mitigatie, woningbouw, bodemdaling, duurzame energieopwekking en landschap.

Auteurs

PBL Auteurs
Martijn Vink Leo Pols Frank van Dam

Kenmerken

Publicatietitel
Stikstof: ruimte voor perspectief
Publicatiesubtitel
Hoe ruimtelijke beleidsstrategieën kunnen bijdragen aan natuurkwaliteit, maatschappelijke opgaven en een versoepeling van vergunningverlening
Publicatiedatum
24 april 2020
Publicatie type
Rapport
Aantal pagina's
25
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
4099