Trends in Nederlandse voetafdrukken: een update

Methode, data en resultaten

Voetafdrukindicatoren geven inzicht in de impacts van consumptie en productie op milieu en natuur. In het rapport ‘Trends in Nederlandse voetafdrukken’ uit 2015 is dat al uitgebreid beschreven. Voor een aantal recente PBL-publicaties, te weten de Integrale Circulaire Economie Rapportage 2021, de Klimaat- en Energieverkenning 2020 en het rapport ‘Halveren van de Nederlandse voetafdruk’, zijn drie veel gebruikte voetafdrukindicatoren geactualiseerd voor de periode 2005-2015. Dit rapport beschrijft het model, de gebruikte database en de uitkomsten van de nieuwe berekeningen en dient daarmee als verantwoording voor de voetafdrukcijfers in de genoemde publicaties.

Zowel de database als het model zijn geactualiseerd

Voor de update van de voetafdrukken naar meer recente jaren is een nieuwe database samengesteld, PBL-ICIO. Startpunt voor de database zijn de multiregionale input-output tabellen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de zogenaamde ICIO-tabellen. Voor de voetafdrukberekeningen zijn de gegevens voor een aantal bedrijfstakken die relevant zijn in de berekeningen verder gedetailleerd en zijn gegevens over milieudruk per regio en bedrijfstak uit diverse gegevensbronnen toegevoegd aan de database.
Nieuw ten opzichte van de eerdere studie is dat nu ook productievoetafdrukken zijn berekend. De import voor productie in Nederland ten behoeve van export blijft bij de consumptievoetafdruk buiten beeld. Aangezien deze import wel binnen de invloedssfeer van Nederlandse bedrijven valt, is het zinvol om ook inzicht in de impacts van deze import te hebben. De voetafdruk van Nederlandse productie brengt dit in beeld en de modellering daarvan is toegevoegd aan het MRIO-FP (footprint) model dat bij het PBL is ontwikkeld voor voetafdrukberekeningen.

Voetafdrukken berekend voor broeikasgassen, land en biodiversiteit

Zowel de broeikasgasvoetafdruk als de landvoetafdruk van Nederlandse consumptie- en productie zijn afgenomen in de periode 2005-2015. Biodiversiteitsvoetafdrukken zijn alleen berekend voor 2010 en laten voor dat jaar vooral de impacts van zowel broeikasgasemissies als landgebruik op de mondiale biodiversiteit zien. Voor de broeikasgasvoetafdruk vindt meer dan de helft van de emissies in Nederland zelf plaats. Voor de Nederlandse productie en consumptie is vooral land- en bosbouwareaal nodig in andere Europese landen, Zuid-Amerika, Afrika en Azië. Slechts een klein deel betreft landgebruik in Nederland. De biodiversiteitsverliezen als gevolg van Nederlandse consumptie en productie worden vooral veroorzaakt door broeikasgasemissies in Nederland en landgebruik in het buitenland.
Huishoudelijk energiegebruik (inclusief de ketenemissies bij de productie van elektriciteit), diensten en bouw en infrastructuur hebben een grote bijdrage in de broeikasgasvoetafdruk van Nederlandse consumptie. Voor de landvoetafdruk is dit vooral de vraag naar voedsel en naar bouw en infrastructuur. Bouw en infrastructuur, huishoudelijk energiegebruik en diensten dragen vooral bij aan de biodiversiteitsvoetafdruk van Nederlandse consumptie.

Auteurs

PBL Auteurs
Harry Wilting

Kenmerken

Publicatietitel
Trends in Nederlandse voetafdrukken: een update
Publicatiesubtitel
Methode, data en resultaten
Publicatiedatum
23 december 2021
Publicatie type
Rapport
Aantal pagina's
61
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
4734