In krimpgebieden zijn de effecten van de staatssteunregeling voor de middeninkomens gering
Uit de analyse die het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) in opdracht van het ministerie van BZK heeft uitgevoerd naar de effecten van de staatssteunregeling voor middeninkomens blijkt dat in krimpgebieden (zoals Zeeuws-Vlaanderen) de positie van de middeninkomens geen probleem vormt.
Voor dit onderzoek zijn in totaal zes verschillende regio's onderzocht, waarvan twee gebieden (Zeeuws-Vlaanderen en landelijk Friesland) die te maken hebben met krimp. Per regio blijken de effecten van de staatsteunregeling te verschillen. In de twee bovengenoemde landelijke gebieden is er volgens de respondenten (bestaande uit corporaties en provincies) nauwelijks sprake van problemen met de toegankelijkheid van de woningmarkt voor middeninkomens. Simulaties met een door PBL ontwikkelt model laten hetzelfde beeld zien. In deze ontspannen en zelfs krimpende markten kunnen de middeninkomens immers goed terecht in de koopsector en zijn ook de wachttijden voor de huursector veel korter. Gezien deze ontspannenheid zijn de effecten van de staatsteunregeling voor de middeninkomens hier beperkt. Eerder vreest men daar voor selectieve uitmigratie en leegstand.