Overgang naar circulaire economie vergt meer aandacht voor impact op lage- en middeninkomenslanden

De overgang naar een circulaire economie in Nederland brengt zowel kansen als risico’s mee voor lage- en middeninkomenslanden. In een circulaire economie wordt radicaal efficiënter omgegaan met het gebruik van schaarse grondstoffen. Als relatief open economie is Nederland sterk afhankelijk van winning en verwerking van grondstoffen in het buitenland. Ook exporteert ons land veel afgedankte spullen voor hergebruik of verwerking. Het Nederlandse circulaire-economiebeleid zal daarom systematisch rekening moeten houden met de impact van veranderingen in grondstoffengebruik op lage- en middeninkomenslanden.

Risico’s voor lage- en middeninkomenslanden hangen af van lokaal en Nederlands beleid

In een circulaire economie worden materialen duurzamer geproduceerd, worden meer hernieuwbare grondstoffen gebruikt, worden minder grondstoffen gebruikt door beter ontwerp, duurzamere consumptiepatronen en hergebruik, en worden meer materialen gerecycled in nieuwe producten. Of dit vooral kansen of vooral risico’s voor lage- en middeninkomenslanden oplevert, wordt niet alleen bepaald door het beleid in die landen zelf, maar ook door het Nederlandse beleid ten aanzien van circulaire economie.
Mogelijke risico’s zijn een verhoogde druk op voedselsystemen en natuur door meer gebruik van biomassa, en verlies van werkgelegenheid bij de winning van grondstoffen en in de maakindustrie als gevolg van afnemende vraag naar goederen en aangescherpte productstandaarden. Daarnaast bestaat het risico dat nadelige effecten van de huidige lineaire economie, zoals slechte arbeidsomstandigheden en vervuiling bij de verwerking van afgedankte spullen, zich herhalen in de circulaire economie. Om deze risico’s te voorkomen is systematische aandacht voor internationale impact nodig in het Nederlandse circulaire economie-beleid.

Waarborgen en samenhang in beleid nodig

Lage- en middeninkomenslanden kunnen een belangrijke rol spelen in de circulaire economie van Nederland, bijvoorbeeld als producent van duurzame grondstoffen en circulaire producten, als consument van tweedehands spullen, en als leverancier van secundaire materialen en componenten. Het welslagen van de overgang naar een circulaire economie, waarbij de kansen voor lage- en middeninkomenslanden worden benut en risico’s geminimaliseerd, vraagt om actieve samenwerking met deze landen en het creëren van waarborgen in beleid. Hiervoor is samenhang nodig tussen het circulaire-economiebeleid, handelsbeleid en ontwikkelingssamenwerking. Dit kan ook bijdragen aan het behalen van de SDG’s in deze landen, zoals het realiseren van een leefbaar loon, goede werkomstandigheden, duurzame productieprocessen, en het tegengaan van broeikasgasemissies en ontbossing.

Principes circulaire economie integreren in bestaand beleid en programma’s

Er is al het nodige nationale en internationale beleid om de negatieve impact van onze lineaire economie op lage- en middeninkomenslanden te verminderen. Dat kan worden benut in het uitwerken van beleid voor het streven naar een circulaire economie zonder afwenteling. Enkele voorbeelden zijn het formuleren van internationaal erkende standaarden voor de circulaire economie, het opnemen van bepalingen over de circulaire economie in EU-vrijhandelsakkoorden, het meenemen van internationale impact bij de concretisering van doelen voor de Nederlandse circulaire economie, en meer aandacht voor de circulaire economie in convenanten voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en in het nationale actieplan voor beleidscoherentie.

Gerelateerd

Over het onderwerp:

Circulaire economie

Circulaire economie is gericht op het langer in de productieketen houden van grondstoffen, met als doel een optimaal gebruik en hergebruik van grondstoffen.

Meer over circulaire economie