Regionale overheden zetten met duizenden prikkels transitie naar circulaire economie in gang
Gemeenten, provincies, waterschappen en andere regionale overheden stimuleren op allerlei manieren de overgang naar een circulaire economie. Maar wat voor activiteiten ondernemen zij eigenlijk? Welke mogelijkheden voor stimulering hebben zij? En hoe doen ze dat? Inzicht hierin ontbreekt. Door te laten zien wat regionale overheden doen wil het PBL overzicht en inspiratie bieden. In deze blog delen we de eerste resultaten van deze inventarisatie met u.
PBL: Rekenmeester van de transitie naar een circulaire economie
Goede kennis is cruciaal voor de transitie naar een circulaire economie. Het Rijk heeft daarom PBL aangesteld om op te treden als rekenmeester van deze transitie. In dit kader heeft het PBL het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie opgesteld, dat samen met andere kennisinstellingen - waaronder CBS, RIVM, CPB, TNO en verschillende universiteiten - wordt uitgevoerd. Royal HaskoningDHV ondersteunt daarbij, onder andere met dit onderzoek naar de activiteiten van regionale overheden op de weg naar een circulaire economie.
Bijna 2.000 circulaire activiteiten bij kopgroep decentrale overheden
Bij een kopgroep van 75 provincies, gemeenten, waterschappen, regio-organen en omgevingsdiensten hebben PBL en Royal HaskoningDHV onderzocht welke beleidsinstrumenten zij inzetten om de transitie naar een circulaire economie te stimuleren. In totaal hebben we circa 60 type instrumenten onderscheiden en hebben we bijna 2.000 activiteiten gevonden (zie figuur).
Bevinding 1: Veel acties van regionale overheden horen bij beginfase van de transitie
Het onderzoek laat zien dat veel activiteiten van regionale overheden passen bij de beginfase van de transitie naar een circulaire economie. Zo is circa 350 keer een onderzoek of verkenning uitgevoerd. En veel activiteiten zijn gericht op de voorbereidingsfase of een pilot/test (circa 450). Daarnaast zijn het delen van kennis en expertise opbouwen belangrijk in deze fase van de transitie. Instrumenten, zoals de vorming van netwerken stimuleren, worden dan ook veel toegepast door regionale overheden (circa 400 acties).
Bevinding 2: Regionale overheden geven zelf het goede voorbeeld
Het onderzoek laat ook zien dat er veel mogelijkheden zijn om meer circulair te werk te gaan. Regionale overheden geven daartoe vaak zelf het goede voorbeeld. Circulair inkopen is bijvoorbeeld met circa 400 acties een regelmatig toegepast instrument. Verreweg het meest populair hierbij zijn de inkoopcategorieën GWW (circa 150 acties in de grond-, weg- en waterbouw) en in mindere mate de categorie Gebouw (circa 30 acties). Mogelijk zijn regionale overheden gemobiliseerd via de Green Deal GWW . Een aansprekend circulair inkooptraject is bijvoorbeeld de uitvraag van circulaire bruggen door de provincie Flevoland.
Overheden kunnen ook bijdragen aan een circulaire economie door hun eigen vastgoed circulair te realiseren. We zien dit al regelmatig bij de onderzochte gemeentes (circa 40 acties) en provincies (circa 10 acties). Daarnaast zijn de onderzochte gemeentes vaak bezig met circulaire gebiedsontwikkeling (circa 60 acties). Waterschappen winnen veelal grondstoffen (circa 60 acties), zoals de winning van struviet, een biobased grondstof (Kaumera) of cellulose als grondstof voor bioplastic.
Bevinding 3: Regionale overheden stimuleren bedrijven circulair te werken
Regionale overheden stimuleren nadrukkelijk bedrijven in de regio. Bij 70 procent van de activiteiten die regionale overheden ondernemen, zijn bedrijven betrokken. Het meest toegepaste beleidsinstrument is het bieden van bedrijfsondersteuning, met name subsidies (circa 220 acties) en facilitatie in brede zin (circa 270). Bij facilitatie gaat het bijvoorbeeld om het gratis beschikbaar stellen van een expert om een circulair initiatief verder te brengen (Flevoland) of een testlocatie ter beschikking stellen voor een circulaire innovatie (Vallei en Veluwe). Voorbeelden zijn de subsidieregeling van € 30.000,- van de gemeente Tilburg om circulaire initiatieven verder te helpen of de subsidie van € 7,5 miljoen van Zuid-Holland om de baanbrekende afvalverwerkingsfabriek Waste to Chemistry mogelijk te maken.
Bevinding 4: Grote verschillen tussen verschillende overheden
De focus verschilt behoorlijk per type regionale overheid. Zo focussen provincies zich op bedrijfsondersteuning en -financiering. Gemeenten doen dat ook, maar stimuleren ook vaak kennisnetwerken. Waterschappen doen daarentegen vooral onderzoek (zoals haalbaarheidsstudies) en zijn vaak leverancier van grondstoffen. Regio-organen zijn net als gemeenten actiever op het gebied van netwerk en informatievoorziening. Tot slot zijn omgevingsdiensten bezig met vergunningen en fungeren zij als kennispartner.
Wat kunt u doen?
Laat u inspireren voor goede voorbeelden van andere decentrale overheden. De eerste resultaten laten zien dat op veel plekken het wiel al is uitgevonden is. Bespaar tijd en maak gebruik van de leerervaringen. Via onze website kunt u op de hoogte blijven van de voortgang van deze studie.