Elk nadeel heeft z’n voordeel

De staatssteunregeling verplicht sinds 1 januari 2011 woningcorporaties om minimaal negentig procent van de vrijkomende sociale huurwoningen toe te wijzen aan huishoudens met een laag inkomen. Er is veel discussie over deze regeling geweest, omdat middeninkomens hierdoor moeilijker aan een woning komen. Het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) heeft onderzocht hoe deze regeling voor verschillende inkomensgroepen uitpakt.

Met een simulatiemodel heeft het PBL laten zien dat mensen met een middeninkomen die op zoek zijn naar een sociale huurwoning inderdaad nadeel ondervinden van de regeling. In de discussie werd ook gesteld dat de regeling zo nadelig is voor de doorstroming, dat ook lage inkomens hierdoor moeilijker aan een woning komen. De bevindingen van het PBL spreken dat echter tegen: voor lage inkomens leidt de regeling juist tot kortere zoektijden voor een sociale huurwoning. Ook blijkt uit het onderzoek dat de problemen zich beperken tot regio’s met een gespannen woningmarkt (aanbiedersmarkt): in gebieden met een meer ontspannen woningmarkt (vragersmarkt) komen middeninkomens net zo goed aan een woning als voor de invoering van de regeling.

Auteurs

Martijn Eskinasi, Carola de Groot, Manon van Middelkoop en Femke Verwest

Kenmerken

Publicatietitel
Elk nadeel heeft z’n voordeel
Publicatiedatum
5 augustus 2013
Publicatie type
Publicatie
Tijdschrift
Tijdschrift voor de Volkshuisvesting
Productnummer
1156