PBL-raming 2030: EU-emissiedoelen luchtverontreiniging op schema, nationale doelen stikstofdepositie op natuur ver buiten bereik

De uitstoot van luchtverontreinigende stoffen is de afgelopen decennia sterk gedaald en zal de komende jaren naar verwachting blijven dalen. Daarmee is de kans heel erg groot dat Europese emissiedoelen voor de luchtverontreinigende stoffen in 2030 worden gehaald. Maar ondanks een forse daling van de ammoniakuitstoot door onder meer het vervallen van de derogatie, liggen wettelijke nationale doelen voor stikstofdepositie op natuur ver buiten bereik. Dit concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in Emissieramingen Luchtverontreinigende Stoffen (ERL) 2025. De ramingen zijn gemaakt door PBL en RIVM, met bijdragen van TNO en de WUR.

Luchtvervuiling is schadelijk voor de menselijke gezondheid en de natuur. Tweejaarlijks brengt het PBL geraamde emissies in kaart van stikstofoxiden (NOx), ammoniak, fijnstof (PM2,5), zwaveldioxide en niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS). Dat is verplicht onder de Europese NEC-richtlijn, die een gestage vermindering van de deken van luchtverontreiniging in de hele EU beoogt. De kans is heel erg groot dat de Europese NEC-emissiedoelen voor 2030 worden gehaald, vooral door Europese emissie-eisen voor mobiliteit en industrie, en door klimaat- en mestbeleid.

Geraamde NOx-emissie daalt sneller dan ammoniakuitstoot 

Driekwart van de stikstofneerslag op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden uit Nederlandse bronnen is afkomstig uit de landbouw, vooral door ammoniakuitstoot. De rest komt vooral van NOx van verkeer en industrie. In de periode tot 2030 daalt de geraamde emissie van NOx anderhalf keer zo snel als de ammoniakemissie. Tussen 2030 en 2035 blijft de NOx-emissie in hetzelfde tempo dalen, terwijl de daling van ammoniakemissie afvlakt. ‘Je ziet dus dat tot 2030 en daarna de NOx-emissies stevig blijven dalen door klimaat- en bronbeleid, terwijl de daling van de ammoniakuitstoot daarbij achterblijft,’ zegt PBL-directeur Marko Hekkert. 

Ammoniakuitstoot daalt meer dan in vorige raming 

Door een uitzonderingspositie (derogatie) mogen Nederlandse boeren meer mest uitrijden dan de Nitraatrichtlijn voorschrijft. Per 1 januari 2026 vervalt deze derogatie. Daardoor en door beëindigingsregelingen en emissiearme stallen daalt de nationale ammoniakemissie door de landbouw naar verwachting van 110 kton in 2022 naar 90 kton in 2030. Grofweg de helft daarvan komt door het vervallen van de derogatie. De nieuwe raming ligt 15 procent lager dan de raming voor de landbouw in 2030 uit de ERL 2023. 

Doel stikstofdepositie in Omgevingswet ver buiten bereik 

Volgens de Omgevingswet moet in 2035 de stikstofneerslag in 74 procent van de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarde (KDW) liggen, met een tussendoel van 50 procent in 2030. Volgens een recente berekening van het RIVM moet de ammoniakuitstoot door de landbouw in 2035 zo'n 70 tot 80 procent lager liggen dan de raming uit de ERL 2023 om het doel uit de Omgevingswet te halen, ervan uitgaande dat er in de andere sectoren geen aanvullende emissiedaling bovenop de raming is. Om het tussendoel voor 2030 te halen is volgens diezelfde berekening een daling van zo'n 55 tot 65 procent nodig ten opzichte van de ERL 2023. Hier ligt dus een groot gat met de nu geraamde extra daling van 15 procent ten opzichte van de ERL2023-raming in zowel 2030 als 2035. Dit gat is voor een groot deel ontstaan doordat op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten nieuwe KDWs zijn vastgesteld. Die liggen voor veel gebieden flink lager. Op basis van de oude KDWs volstond een daling van 33 procent ten opzichte van de ERL 2023 om het 2035-doel te halen. 

Binnenvaart vraagt aandacht bij Schone Lucht Akkoord 

Het Schone Lucht Akkoord (SLA) is een afspraak tussen het Rijk, provincies en gemeenten. Het hoofddoel is door betere luchtkwaliteit minstens 50 procent gezondheidswinst te boeken in 2030 vergeleken met 2016. Op basis van de ERL 2023 werd 46 procent gezondheidswinst gerealiseerd. Hoeveel verbetering de huidige raming oplevert zal het RIVM nog berekenen. Een subdoel in het akkoord van dalende emissietrends voor NOx en fijnstof (PM2,5) in verschillende sectoren wordt heel erg waarschijnlijk gerealiseerd. Vooral een subdoel voor de binnenvaart vraagt nog aandacht. Die heeft een specifiek doel van 35 procent emissiereductie voor stikstofoxiden (NOx) in 2035 ten opzichte 2015. Het is onwaarschijnlijk dat dit doel wordt gehaald. 

Klimaat- en mestbeleid dragen bij aan schonere lucht 

Europese en nationale emissienormen hebben in alle sectoren gezorgd voor een sterke daling van de uitstoot en zorgen voor een verdere daling in de komende jaren. Met name in de mobiliteit is dit de komende jaren bepalend voor de verdere daling. Het hoofddoel van dit succesvolle bronbeleid is om de lucht schoner te maken. Maar ook beleid met een ander doel, zoals klimaat- en mestbeleid, heeft als bijvangst de komende jaren een flinke extra daling van luchtverontreinigende stoffen. NOx ontstaat vooral bij verbrandingsprocessen. Doordat klimaatbeleid het gebruik van fossiele brandstoffen vermindert, zorgt het direct voor een daling van de uitstoot van NOx in de industrie en de energiesector. Uitfasering van steenkool in elektriciteitscentrales en een verwachte productieafname bij olieraffinaderijen zorgen voor een lagere uitstoot van zwaveldioxide, die overigens al drastisch was afgenomen in de afgelopen decennia. Mestbeleid, dat bedoeld is om de water- en bodemkwaliteit te verbeteren, zorgt voor minder ammoniakuitstoot.

Gerelateerd

Over het onderwerp:

Luchtverontreiniging

De luchtkwaliteit in Nederland wordt bepaald door Nederlandse emissies én door stoffen die in het buitenland zijn uitgestoten.

Meer over luchtverontreiniging