Meten met twee maten
De maatschappelijke aandacht voor de betaalbaarheid van de energierekening is de afgelopen jaren toegenomen. In deze studie laat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zien dat de betaalbaarheid van de energierekening niet alleen wordt bepaald door de hoogte van de rekening en het inkomen van huishoudens. Ook woonlasten en overige kosten spelen een essentiële rol in het betaalbaarheidsvraagstuk. Voor toekomstige analyses heeft het PBL twee nieuwe methoden ontwikkeld, namelijk de vaststelling van de gemiddelde energierekening per inkomensgroep en de combinatie van twee indicatoren voor de betaalbaarheid van energielasten.
Gemiddelde energierekening per inkomensgroep
Huishoudens met een hoger inkomen zijn gemiddeld groter en wonen in een grotere woning. Dit verhoogt het energieverbruik en de energierekening. Maar huishoudens kunnen ook binnen dezelfde inkomensgroep van elkaar verschillen, waardoor de energierekening sterk varieert. Het PBL heeft in samenwerking met het CBS een methode ontwikkeld voor de Nationale Energieverkenning (NEV) om op basis van CBS-registratiedata het energieverbruik van inkomensgroepen in de tijd te gaan volgen.
Meten met twee maten
De hoogte van de energierekening alleen zegt nog niets over de betaalbaarheid voor een huishouden. In ‘Meten met twee maten’ laat het PBL zien dat de betaalbaarheid van de energierekening beter begrepen kan worden door twee complementaire indicatoren te hanteren - namelijk de energiequote en het betaalrisico. De energiequote is het aandeel van de energierekening binnen het besteedbaar inkomen van een huishouden. De energiequote geeft niet aan of er voldoende budget overblijft voor het minimaal noodzakelijk levensonderhoud van het huishouden. Het betaalrisico voor wonen en energie doet dat juist wel. Bovendien wordt er bij het betaalrisico rekening mee gehouden dat een energiezuinige woning een lage energierekening heeft, maar veelal ook een hogere huur of hypotheek.
Deze vernieuwde methodiek is een belangrijke stap op weg naar het plaatsen van energie en de kosten daarvan in het totale financiële plaatje van huishoudens.
Eerste analyse: financiële kwetsbaarheid voor wonen én energie
Analyse met zowel de energiequote als het betaalrisico brengt verschillende vormen van financiële kwetsbaarheid aan het licht voor de betaalbaarheid van wonen en energie. Op basis van cijfers van het WoonOnderzoek Nederland (WoON) 2015 zijn er 269.000 huishoudens met een betaalrisico én een hoge energiequote (4% van de huishoudens). Daarnaast hebben 259.000 huishoudens een betaalrisico zonder hoge energiequote; zij hebben vooral te maken met relatief hoge woonlasten (bij lage inkomens). Huishoudens met een betaalrisico hielden na de betaling van de netto huur of hypotheek en energielasten te weinig bestedingsruimte over om te voorzien in het minimaal noodzakelijke levensonderhoud.
Daarnaast hebben 385.000 huishoudens alleen een hoge energiequote (zonder betaalrisico). Deze groep betreft voornamelijk oudere huishoudens, woont al langere tijd in een oudere woning en heeft daardoor vaak een lage huur of (afbetaalde) hypotheek. Een hoge energiequote maakt huishoudens gevoelig voor een verhoging van de energieprijs doordat de energielasten al een groot aandeel van de bestedingen vormen. Een hoge energierekening in combinatie met lage huisvestingskosten biedt kansen voor verduurzaming.
Tot slot: de meeste huishoudens, 5,8 miljoen, hebben op dit moment geen betaalrisico en geen hoge energiequote.
Auteurs
Kenmerken
- Publicatietitel
- Meten met twee maten
- Publicatiedatum
- 11 december 2018
- Publicatie type
- Publicatie
- Publicatietaal
- Nederlands
- Productnummer
- 3124