Waterstof tot nadenken

Nederland heeft in de Klimaatwet vastgelegd in 2050 (vrijwel) klimaatneutraal te willen zijn. Dit doel brengt een radicale energietransitie met zich mee; een opgave waarvoor binnen de sector mobiliteit noch voor het te doorlopen pad, noch voor het einddoel alle vakjes al zijn ingekleurd. Waterstof is één van de energiedragers die, hoewel dit momenteel nog in minimale mate gebeurt, binnen verschillende toepassingen een plek zou kunnen hebben in een klimaatneutraal mobiliteitssysteem. In deze paper gaan we in op de stand van zaken en discussie omtrent gebruik van waterstof in de mobiliteitssector en bekijken we waar de kansen en risico’s van het gebruik ervan liggen.

Inzet van beperkt beschikbare productiecapaciteit waterstof wordt geprioriteerd

De discussie over de toepassingen van waterstof voor mobiliteit is volop gaande, maar binnen de sector mobiliteit is beleid tot nog toe nauwelijks gericht op het gebruik van waterstof, waardoor de toepassing maar beperkt van de grond komt. De discussie beperkt zich echter niet tot de sector mobiliteit maar overstijgt sectorgrenzen. Ook in andere sectoren zoals de industrie en de gebouwde omgeving is waarschijnlijk een rol weggelegd voor waterstof bij het behalen van klimaatdoelen. De (zeker op korte termijn) beperkt beschikbare productiecapaciteit maakt dat waterstofladders worden opgesteld om tot prioritering van de inzet te komen. In deze ladders staat toepassing in de industrie meestal bovenaan, gevolgd door specifieke toepassingen binnen de gebouwde omgeving en mobiliteit.

Waterstof nodig voor klimaatneutraal mobiliteitssysteem

Binnen mobiliteit wordt voornamelijk het gebruik in de scheep- en luchtvaart, en iets verder naar beneden op de ladders het zwaardere wegverkeer genoemd. Als we inzoomen op de verschillende modaliteiten, dan blijken inderdaad binnen deze modaliteiten kansen te liggen voor het gebruik van waterstof. Zonder gebruik van waterstof wordt de kans aanzienlijk kleiner dat we in 2050 een klimaatneutraal mobiliteitssysteem hebben in Nederland. In het Nederlandse Klimaatakkoord zijn daarom ambities vastgelegd over de groei van waterstofmobiliteit, maar de bijbehorende afspraken beperken zich tot het verder uitwerken van plannen om die ambities waar te maken. Tot op heden zijn die plannen niet uitgewerkt. Ook bij de zeescheepvaart en de luchtvaart, die buiten het Klimaatakkoord vallen, is beleid vooralsnog niet specifiek op (toepassingen met) waterstof gericht waardoor gebruik niet van de grond komt.

Concreet beleid voor toepassingen van waterstof in mobiliteit

In het licht van de beperkte vooruitgang die tot op heden is geboekt en de enorme opgave die nog resteert om tot een klimaatneutraal mobiliteitssysteem te komen is het zaak snel tot concreter beleid te komen voor toepassing van waterstof in mobiliteit. Voor zware wegvoertuigen is financiële ondersteuning van de innovatiefase kansrijk, evenals inzet op tankinfrastructuur. Voor vaartuigen is het faciliteren van experimenten ook veelbelovend, waarbij bovendien synthetische brandstoffen potentie hebben. Ten slotte is voor de luchtvaart aandacht nodig voor de realisatie van productiefaciliteiten voor synthetische kerosine.

Auteurs

PBL Auteurs
Marieke Nauta Gerben Geilenkirchen

Kenmerken

Publicatietitel
Waterstof tot nadenken
Publicatiedatum
26 november 2021
Publicatie type
Publicatie
Publicatietaal
Nederlands
Tijdschrift
Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 25 en 26 november 2021, Utrecht
Productnummer
4820