Wat nu het effect is op nationaal niveau van het met het werkprogramma 'Schoon en Zuinig’ ingezette beleid is nog niet goed te bepalen. Wel is duidelijk dat er op een aantal terreinen uit het…
Plattelandsontwikkeling en de gevolgen voor het landschap
In sommige gebieden in Nederland is de openheid van het landschap de afgelopen decennia flink afgenomen. Dit komt niet alleen door woningbouw. Ook de aanleg van nieuwe natuur en veranderingen binnen…
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) presenteerde op 24 september 2012 de tweede Balans van de Leefomgeving. Demissionair minister Schultz van Haegen van het ministerie van Infrastructuur en…
PBL en CPB: doorrekening verkiezingsprogramma’s voor bereikbaarheid
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) hebben in het rapport ‘Keuzes in Kaart 2013-2017’ de verkiezingsprogramma’s van tien politieke partijen doorgerekend op...
Natuurbeleid en sturing in beweging. Achtergronden bij de Natuurbalans 2005
Natuur wordt steeds vaker een onderdeel van bredere en meer integrale gebiedsprocessen, zoals Nationale Landschappen. In zes praktijkvoorbeelden wordt deze relatie belicht.
De provincie Zuid-Holland is te klein om natuur, landschap en water optimaal te beschermen en tegelijkertijd tegemoet te komen aan alle ruimteclaims voor wonen en werken. De stedelijke ontwikkeling in…
Het landgebruik in 2030 - Een projectie van de Nota Ruimte
Het Milieu- en Natuurplanbureau heeft op verzoek van VROM/DGR een ex-ante evaluatie gemaakt van de Nota Ruimte "Milieu en Natuureffecten van de Nota Ruimte". In dit kader is een ruimtelijke projectie…
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu streeft in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) naar een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Het PBL (Planbureau voor de…
Reflectie op ‘In Beweging’, concept-Landbouwakkoord 2040
Op verzoek van de onderhandelende partijen van het Landbouwakkoord heeft het PBL een reflectie geschreven op het concept-Landbouwakkoord 2040 – de versie van 18 mei 2023. In deze reflectie constateert…