Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft PBL gevraagd advies uit brengen over de openstelling van de SDE++ (Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie) in 2020. Het PBL heeft…
De Nederlandse ruimtelijke ordening kenmerkt zich onder meer door de actieve rol die gemeenten op de grondmarkt spelen. Dit bracht lange tijd grote voordelen met zich mee. De laatste jaren staat deze…
De toekomst van het wereldmilieu: modelmatige scenario-analyse ten behoeve van de eerste wereldmilieuverkenning door UNEP
Dit rapport bevat de details van de scenario-analyse in de gelijktijdig verschijnende eerste Global Environment Outlook, onder auspiciën van UNEP. Dit is een proeve van een wereldmilieuverkenning tot…
Openbaar vervoer, ruimtelijke structuur en flankerend beleid: de effecten van beleidsstrategieën
Het kabinet wil de kwaliteit en het gebruik van het openbaar vervoer vergroten, vooral in de Randstad. De verbetering van het openbaar vervoer moet bijdragen aan een betere bereikbaarheid en…
Planmonitor Nota Ruimte: de mogelijkheden op een rij
De rijksoverheid wil het liefst al in de planfase weten welke effecten bouwprojecten hebben op de doelen van haar ruimtelijk beleid. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft onderzocht wat de…
Analyses van opties voor het opnemen van internationale luchtvaart en scheepvaart emissies in een post-2012 klimaat mitigatie regime
De huidige snelgroeiende internationale lucht- en scheepvaartemissies zijn niet gereguleerd in het Kyoto Protocol. Uit deze studie blijkt dat het meenemen van internationale transportemissies in de…
Het RIVM beschikt over twee instrumenten om ruimtelijke processen in de fysieke leefomgeving te modelleren: de Leef Omgevings Verkenner (LOV) en de Ruimtescanner (RS). Uit overwegingen van efficiëntie…
Een nationaal en lokaal beleid gericht op vermindering van de grootstedelijke problemen blijft zinvol; ook na 2009, wanneer het huidige grotestedenbeleid ten einde loopt. Wel is het beter de…
Verdeling van gezondheid en leefomgevingskwaliteit over buurten
Deze studie laat zien dat de gezondheid en leefomgevingskwaliteit gemiddeld slechter zijn in buurten met de laagste sociaaleconomische positie, afgemeten naar het mediaan huishoudinkomen.