De stad vergrijst. Het aandeel ouderen in de stedelijke bevolking neemt toe. Dit heeft gevolgen voor de woningmarkt, de publieke ruimte en de voorzieningen in de stad. Maar de ene stad is de andere…
De woningmarkt is bij uitstek een regionale aangelegenheid. Toch bestaan er nauwelijks regionale simulaties van de lange termijneffecten van demografische en economische ontwikkelingen op…
Het nieuwe wonen. Het krimpende platteland rekent zich rijk.
Grote delen van het Nederlandse platteland krijgen binnenkort te maken met demografische krimp. Is dat platteland niet aantrekkelijk voor nieuwe bewoners, eventueel in deeltijd? Lokale beleidsmakers…
In 1995 heeft het geurbeleid in Nederland vorm gekregen. Het bereiken van de doelstelling, maximaal 12% geurgehinderden in 2000 en geen ernstige geurhinder in 2010, is vooral een verantwoordelijkheid…
Het is voor woningcorporaties steeds moeilijker om aan grond te komen. Gemeenten willen of kunnen niet langer de grond tegen een gereduceerde prijs aan corporaties aanbieden. Strategische…
Gemeenten en projectontwikkelaars zien senioren steeds vaker als een aantrekkelijke doelgroep voor bouwprogramma’s. ‘Pensioenmigranten’ zouden de krimp van plattelandsgemeenten kunnen tegengaan. Dit…
Tussen 2002 en 2004 is de bevolking minder sterk gegroeid dan in de prognose van 2002 werd aangenomen. De immigratie is veel sneller gedaald dan daarin werd verwacht, terwijl de emigratie zeer snel is…
Zure regen. Een analyse van dertig jaar Nederlandse verzuringsproblematiek
Er zijn in Nederland in het verleden geen overbodige beleidsmaatregelen genomen om de verzuring (‘zure regen’) terug te dringen. De ernst van de verzuringsproblematiek is door het gevoerde beleid…
Evaluatie van een IPCC-klimaatrapport: Een analyse van conclusies over de mogelijke regionale gevolgen van klimaatverandering
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft geen fouten gevonden die de hoofdconclusies van het wetenschappelijke VN-klimaatpanel IPCC uit 2007 over de mogelijke toekomstige gevolgen van…
Deze notitie toont, vooruitlopend op de Klimaat- en Energieverkenning 2022, de voorlopige broeikasgasemissieramingen voor 2030 uitgaande van het concrete beleid op 1 mei 2022.