Nog volop ruimte voor woningen in de bestaande stad
Uitgaande van een laag groeiscenario kan bijna 80% van de behoefte aan extra woningen binnenstedelijk worden opgevangen. Bij een hoog groeiscenario is dat slechts 35% van de totale woningbehoefte. Daarbij zit de potentie vooral in de transformatie van on(der)benutte terreinen, en veel minder in de transformatie van huidige leegstaande panden. De cijfers verschillen sterk per regio. Dat zijn de belangrijkste bevindingen uit de studie ‘Transformatiepotentie: woningbouwmogelijkheden in de bestaande stad’ van het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving).
Regionale verschillen
De studie onderzocht wat de mogelijkheden voor woningbouw zijn binnen de stad, afgezet tegen de regionale woningbehoeften tussen nu en 2050. De regionale verschillen zijn groot.
In sommige regio’s bieden de huidige on(der)benutte panden en terreinen zowel in het hoge als het lage groeiscenario onvoldoende ruimte om de volledige vraag in bestaand stedelijk gebied op te vangen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de regio’s Amsterdam en Den Haag – twee regio’s met een hoog aandeel in de nationale woningbehoefte - maar ook voor de regio’s Zaanstreek en Arnhem/Nijmegen.
Voor andere regio’s spelen deze problemen niet: hier is er zowel in het hoge en het lage groeiscenario voldoende ruimte om de volledige vraag in on(der)benutte panden en terreinen in bestaand bebouwd gebied op te vangen. Dit is het geval in een aantal perifere en krimpregio’s zoals Zeeland, Noordoost-Groningen en Limburg.
In relatief veel regio’s ontstaat een gemengd beeld. Daar is in het lage groeiscenario wel voldoende ruimte om de vraag tot 2050 binnenstedelijk op te vangen, maar in het hoge groeiscenario niet. Dit is bijvoorbeeld het geval in regio’s zoals Midden- en Oost-Brabant, de Veluwe, Utrecht en Rijnmond.
Onderbenutte bedrijventerreinen
Uit de studie blijkt dat de meeste potentie zit in de transformatie van on(der)benutte terreinen. De PBL-studie heeft dit voor het eerst landsdekkend berekend. Tot nu toe bleef dit in het debat meestal onderbelicht, omdat de blik vooral op transformatie van panden is gericht. Vooral ‘onderbenutte’ bedrijventerreinen die ook geschikt zijn voor woningbouw, dragen bij aan de transformatiepotentie van de bestaande stad.
Met deze beleidsstudie wil het PBL een bijdrage leveren aan de discussie over toekomstige woningbouwlocaties. Doorgaans lijkt dit debat vanuit twee uitersten te worden gevoerd. De ene partij in het debat roept om nieuwe uitleglocaties ‘in de weilanden’ open te stellen. De andere partij houdt het pleidooi om voluit in te zetten op binnenstedelijke ontwikkeling. In hoeverre er daadwerkelijk zal en kan worden gebouwd binnen de bestaande stad, hangt mede af van beleidskeuzes. Het is mogelijk om meer woningen te realiseren dan berekend in deze studie: als er gebouwd zou worden in hogere dichtheden, of er meer werklocaties aangewezen worden als potentieel transformatiegebied, en/of gekozen wordt voor verdichting van bestaande woongebieden. Het beleid zal een afweging moeten maken tussen enerzijds duurzame verstedelijking, en anderzijds een tijdige en voldoende woningbouwproductie in relatie tot het woningtekort.