Meer Duitsers pendelen naar Nederland dan andersom
De grens tussen Nederland en Duitsland vormt nog altijd een belemmering voor de arbeidsmarkten in de grensregio’s. Voor Nederlandse werknemers lijkt die grens echter een grotere belemmering te zijn dan voor Duitsers. Dit rapporteren CBS en PBL in de Internationaliseringsmonitor.
Duitsers kiezen vaker voor een baan over de grens dan Nederlanders
In 2014 waren er 30 duizend grenspendelaars (zie toelichting) met een werknemersbaan in Nederland, die in Duitsland wonen. Dat is ruim drie keer zo veel als de 8 700 forenzen met een baan in Duitsland die in Nederland wonen. Meer dan de helft van de grenspendelaars uit Duitsland (16 duizend) betreft echter Nederlanders die aan de andere kant van de grens zijn gaan wonen, maar wel een baan in Nederland hebben. Zij zijn niet vanwege hun werk grenspendelaar geworden, maar vanwege de aantrekkelijke woningmarkt of persoonlijke omstandigheden. Onder de omgekeerde pendelstroom zijn er ook 3 duizend Duitsers die in Nederland wonen, maar in Duitsland werken.
Zelfs als je je beperkt tot pendelaars die wonen in het land van herkomst en werken over de grens, is de pendelstroom vanuit Duitsland aanzienlijk groter dan die vanuit Nederland: 14 duizend Duitsers pendelen naar Nederland tegenover 5 700 Nederlanders naar Duitsland. Waarom er minder Nederlanders naar Duitsland pendelen dan andersom is niet onderzocht, maar komt mogelijk door de wat lagere lonen, de andere werkcultuur en de ervaren rompslomp bij diploma-erkenning in Duitsland. Hoewel Duitsland vele malen groter is dan Nederland, is dat verschil in omvang voor grenspendelaars weinig relevant: hun zoekgebied beperkt zich tot een acceptabele woon-werkreistijd vanaf de grens.
Grenspendel nauwelijks toegenomen
Gezien het aantal inwoners en het aantal banen op een redelijke woon-werkafstand van de grens. zijn de pendelstromen tussen Nederland en Duitsland laag. De landsgrens functioneert dus nog altijd als een barrière bij het vinden van een baan voor werknemers in de grensregio’s. Dit kan te maken hebben met het feit dat aan beide kanten van de grens verschillen zijn in bijvoorbeeld belasting- en sociale zekerheidstelsels, maar ook de taalgrens die samenloopt met de landsgrens en culturele verschillen kunnen een rol spelen. Ten opzichte van 2012 is deze barrièrewerking nauwelijks veranderd; in 2014 hadden iets meer Nederlanders een baan in Duitsland, maar werkten minder Duitsers in Nederland.
Duitsers hebben grotere voorkeur om in eigen land te wonen
In plaats van grenspendelen kunnen werknemers die een baan vinden in het buurland daar ook gaan wonen. In 2014 is het aantal Nederlanders dat in de Duitse grensstreek (zie toelichting) woont én werkt vergelijkbaar met het aantal Nederlandse grenspendelaars (6 duizend ten opzichte van 5 700). Voor Nederlanders lijkt migratie dus een even aantrekkelijke optie als pendel. Duitsers die in Nederland werken hebben daarentegen een voorkeur voor pendelen vanuit hun vaderland. Van alle Duitsers die werkzaam zijn in de Nederlandse grensstreek woont slechts een derde in Nederland. Dit verschil komt mogelijk door de financieel aantrekkelijkere woningmarkt in Duitsland.
Toelichting
Grenspendelaar: een werknemer die zijn woonplaats heeft in het ene land en zijn baan in het andere land. De werknemer moet in het land waar hij werkt onder de sociale zekerheidswetgeving vallen. Zelfstandigen en gedetacheerde werknemers worden niet meegerekend.
Grensstreek: Uitgangspunt bij het bepalen van de grensstreek is dat mensen niet bereid zijn veel langer dan 60 minuten te reizen tussen woon- en werkplek. Daarom is het alleen voor werknemers die binnen een uur van de Nederlands-Duitse grens wonen een reële optie om over de grens te werken. De grensstreek is daarom gedefinieerd als alle regio’s die zich binnen die afstand van de grens bevinden.