Dagelijkse verplaatsingspatronen: intensivering van stedelijke netwerken?

De afstanden waarover we ons verplaatsen zijn de afgelopen decennia toegenomen. Er wordt steeds meer op en neer gereisd tussen steden en regio’s. In dit onderzoek kijkt het PBL naar de ontwikkelingen van de frequente lange-afstandsverplaatsingen in Nederland tussen 1995 en 2016. Daarbij is gekeken naar woon-werkverkeer en ook naar andere dagelijkse verplaatsingen: van studenten in het hoger onderwijs, van winkelend en recreërend publiek en van mensen die op visite gaan bij familie of vrienden. Ook is gekeken naar verschillen in gedrag tussen laag-, middelbaar en hoogopgeleiden.

Reisafstanden in woon-werkverkeer toegenomen

Vooral de reisafstanden in het woon-werkverkeer zijn de afgelopen decennia toegenomen: van gemiddeld 14,6 kilometer naar 19,0 kilometer. Inmiddels pendelt 1op de 3 werkenden (33%) tussen verschillende steden; in 1995 was dat 27%. Hoogopgeleiden (hbo of hoger) hebben veel vaker dan laagopgeleiden (vmbo of lager) een baan in een stad waar ze niet wonen.

Ook 1 op de 3 studenten die hoger onderwijs volgt, reist op en neer tussen steden.

Winkelen, recreëren en op visite gaan doen we voornamelijk dichter bij huis dan werken en studeren. Hiervoor reizen we nauwelijks verder dan zo’n 20 jaar geleden.

Auteurs

PBL Auteurs
Jan Ritsema van Eck Jolien Groot Otto Raspe Joost Tennekes Lucas Harms

Kenmerken

Publicatietitel
Dagelijkse verplaatsingspatronen: intensivering van stedelijke netwerken?
Publicatiedatum
19 februari 2020
Publicatie type
Rapport
Aantal pagina's
35
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
3972