Terugblik Ruimtedialoog 2024

Nieuws

Onder de noemer ‘Hoe verdeelt Nederland de ruimte?’ werd op donderdag 28 november de derde Ruimtedialoog gehouden. PBL-directeur Marko Hekkert opende de bijeenkomst in een bomvol Atrium onder het PBL-kantoor aan de Bezuidenhoutseweg. Hij zette de uitdaging neer waar Nederland voor staat: “Nieuwe woningen die erbij moeten komen, extra ruimte voor water, voor defensie, voor natuur: hoe gaan we het passend krijgen?”

VRO-minister Mona Keijzer gaf een eerste antwoord op die vraag. “Nederland is een Mondriaanschilderij, met al zijn lijnen en dichte inrichting, maar het heeft zich in de hoek geschilderd”, stelde ze. Om dingen passend te krijgen, moeten we functies gaan combineren. Ze riep de aanwezigen – beleidsmakers, academici, vertegenwoordigers van bedrijven en maatschappelijke organisaties, studenten – op om mee te denken met het vraagstuk. “Ik wil horen wat er wél kan om voldoende nieuwe woningen te bouwen, niet wat er allemaal niet kan. Kom met nieuw onderzoek, kom met oplossingen!” 

De ontwikkeling van ruimtelijke samenhang

Terwijl het gezelschap uiteenging in twee rondes kleinere sessies in subzaaltjes, bleef een grote groep in het Atrium voor een presentatie van PBL’er Rienk Kuiper over de Nota Ruimte, de Monitor van de NOVI en de reflectie van het PBL op de provinciale ruimtelijke voorstellen. De huidige Nationale Omgevingsvisie heeft veel doelen, maar de samenhang tussen deze doelen is niet altijd duidelijk, aldus Kuiper. Het zou goed zijn als de Nota Ruimte duidelijke keuzes maakt over de belangrijkste punten, zodat andere keuzes daaruit vanzelf volgen. Bijvoorbeeld hoe de verstedelijking over het land verdeeld wordt, of het scheppen van voldoende omgevingskwaliteit. 

Edo Kort (VRO) schetste vervolgens de hoofdlijnen van het ontwerp van de Nota Ruimte, die medio 2025 moet gaan uitkomen. Het PBL voorziet in informatievoorziening, zei hij, met op het beleid toegespitste rapporten. Het huidige kabinet zal op basis van het regeerprogramma een aantal andere accenten leggen. Zo zal er rekening worden gehouden met water, bodem, wordt hoogwaardige landbouwgrond beschermd, komt er een ruimtelijk-economische visie en worden er nieuwe gebieden voor grootschalige woningbouw aangewezen. 

De sessie sloot af met een geanimeerde discussie met de aanwezigen in de zaal onder leiding van PBL-directeur Marko Hekkert, over de verstedelijkingsstrategie, over een integraal afweegkader en over blijvend monitoren op de doelen. Men riep vooral ook op tot een brede aanpak van de nationale ruimtelijke ordening/omgevingsbeleid. Complexe opgaves als verstedelijking hebben een gecoördineerde aanpak op meerdere fronten nodig.

Rechtvaardigheid in de ruimte

De sessie ‘Rechtvaardigheid in ruimte: de ontwikkeling van zon en wind op land’ met Petra van der Kooij (PBL), Kristel Lammers (directeur NPRES) en Sander ten Caat (universiteit Leiden) was een interactief gesprek over ruimtelijke afwegingen. Hoe ga je om met gebieden die enorm onder druk staan door de infrastructuur die nodig is voor de energietransitie? Is het te rechtvaardigen dat sommige mensen rijk worden door te investeren in windmolens terwijl in datzelfde gebied mensen onder de armoedegrens leven? Hoe weeg je belangen zoals cultureel erfgoed of natuurwaarden af tegen een efficiënte aanleg van hoogspanningsleidingen? En hoe ga je om met de spanning tussen de snelheid die nodig is voor de energietransitie en de tijd die nodig is voor een zorgvuldig participatieproces? Complexe vragen waarop niet zomaar een antwoord te geven is.

Klein en flexibel wonen

De vraag naar betaalbare en beschikbare woningen in Nederland is groot, terwijl de ruimte beperkt is. Daarom is het logisch om te kijken naar kleinere, efficiëntere woningen en het benutten van tijdelijk beschikbare locaties voor flexwonen. Maar hoe passen deze nieuwe woningen in de bestaande woningvoorraad, en hoe enthousiast staan Nederlanders tegenover klein wonen? Tijdens de PBL-presentatie door Jolien Groot kwam de vraag op: hoeveel vierkante meter heb je eigenlijk nodig om goed te wonen? Bert Karel Deuten en Henk Bultstra van architectenbureau Pauldevroom+Sputnik deelden ontwerpend onderzoek en toonden inspirerende voorbeelden van kleiner en betaalbaar wonen. De discussie leverde interessante vragen op: moet flexwonen per se klein en eenvoudig zijn? Zijn we in Nederland niet te veel gewend aan groot wonen? De sessie bood waardevolle inzichten over hoe efficiënt wonen mogelijk is zonder het wooncomfort uit het oog te verliezen.

Duurzaam wonen 

Waardegebaseerde scenario’s voor duurzaam wonen was een andere sessie, geleid door PBL’ers Caren Herbstritt en Steven van Polen. De presentatie gaf het tweetal de gelegenheid de lijn van dit nog lopende onderzoek te checken bij de aanwezigen. Er ontstonden leuke gesprekken over mogelijke bijdragen aan vervolgvragen. De onderzoekers concludeerden: “Duidelijk is dat de werelden van ruimte en energie nog aan het integreren zijn, waarbij netcongestie nu wel maakt dat dit gedwongen sneller gaat.”

Hoe verdeelt België de ruimte?

Vlaanderen wordt gekenmerkt door een sterk versnipperd landschap waarin woongebieden, industrie en open ruimte op veel plaatsen in elkaar overlopen. Dit zet de resterende open ruimte onder grote druk. Om dit probleem aan te pakken, heeft Vlaanderen specifieke doelstellingen opgesteld om de uitbreiding van bebouwing te beperken en ruimtelijke ordening efficiënter te maken: de Bouwshift. In deze sessie onderzoeken we hoe deze doelstellingen op Vlaams niveau worden geformuleerd en in welke mate ze worden nageleefd. Daarnaast bekijken we hoe provincies en steden, met case studies van de provincie Antwerpen en de stad Brugge, deze doelen vertalen naar lokale acties en beleidsplannen. Sessie met Ann Pisman (Vlaams Planbureau voor Omgeving), Tine van Passel (provincie Antwerpen) en Nele Verhiest en Tristan Gobyn (stad Brugge). 

Groen in de Stad

Een goed bezochte sessie in één van de seminarzalen van B30 met deelnemers met diverse achtergrond, van student tot beleidsmaker, over het creëren van meer groene ruimte in de stad. De inleiding van PBL’er Frans Schilder gaf vanuit een zeer rijke data-analyse inzicht in wat mensen waarderen aan groene ruimte in hun woonomgeving. Daarna presenteerde Koen de Geus van de gemeente Alkmaar hoe de gemeente bezig is met klimaatadaptief maken van de ruimte en hoe groen daarin een grote rol speelt. Groot struikelblok in de praktijk is de bekostiging van vergroening. Vanuit de zaal volgden nog diverse suggesties om andere waarden van groen in de stad (zoals de positieve gezondheidseffecten en het afvangen van CO2) ook te beprijzen, om zo de transitie naar een klimaatneutrale leefomgeving te ondersteunen.

Duurzame verdichting

In een andere zaal spraken PBL-onderzoekers Frank van Rijn en Jonathan Doelman over duurzame verdichting bij internationale verstedelijking. Na de presentatie ontstond discussie over de groei van stedelijk gebied: is autonome groei goed, of is het beter om daarop te sturen? En wat heeft de voorkeur: inbreiding of uitbreiding? Vanuit de internationale insteek zocht het gezelschap naar mogelijkheden hoe Nederland de inzichten kan toepassen. Daarnaast was er veel interesse voor het leggen van links tussen mondiale duurzaamheidsdoelen en hoe dit te vertalen naar handelingsperspectieven in Nederland.

Klimaatadaptatie 

De presentatie van Frank van Gaalen over “Ruimte voor klimaatadaptatie in Nederland” was een van de sessies in het Atrium, vanwege de grote belangstelling voor het onderwerp. Van Gaalen vertelde over de adaptatiescenario’s die zijn team had uitgewerkt, waarbij het huidige beleid wordt vergeleken met technische oplossingen naast meer ruimtelijke oplossingen. Roald Wolters, vanuit het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat betrokken bij de herziening van de Nationale Adaptatie Strategie, sloot daarop aan. “We ontkomen niet aan ruimtelijke keuzes, met technische maatregelen alleen komen we er niet. We moeten samen de keuzes maken om Nederland klimaatbestendig te maken”, zei hij. Vanuit het publiek werd gevraagd hoe mensen ‘buiten de bubbel’ hierin worden meegenomen. “Abstracte adaptatiescenario’s zeggen een grote groep weinig. Het gaat uiteindelijk om het leven van alledag, daar moet een goed verhaal bij passen.”  

Bloemkoolwijken

Een volle zaal en veel respons op de sessie over het onderzoek dat PBL opzet naar bewonersperspectieven op de ruimtelijke kwaliteit van Post’65 – oftewel Bloemkoolwijken. Het belang van onderzoek naar deze grote groep bestaande wijken die langzaam verouderen, verschralen en veranderen werd herkend. Welke aanpassingen aan de wijk dragen bij aan gezondheid, welzijn en redzaamheid van de bewoners? Dit riep bij meerdere deelnemers de reactie op dat er voldoende aandacht moet blijven voor de sterke kanten in deze wijken, zoals het erfgoed, de ruime opzet en ook de kracht van veel bewoners. Daar was PBL-onderzoeker Judith Hin het mee eens: “Een kwalitatief onderzoek naar bewonersperspectieven geeft juist ruimte voor álle aspecten in de wijk die voor bewoners van belang zijn, dus ook deze sterke punten die zij bij investeringen in de wijk graag behouden.”

Ruimtelijke kwaliteit, het Drieruimtenmodel en ontwerpend onderzoek

PBL’ers Joost Tennekes en Like Bijlsma ism met Jessica Hammarlund Bergmann (stadsbouwmeester van Enschede). De meeste ruimtelijke aanpassingen aan de leefomgeving zijn ook een publieke ontwerpopgave. Welke perspectieven op ruimtelijke kwaliteit zijn daarbij noodzakelijk? Het Drieruimtenmodel helpt beleidsmakers en ontwerpers op weg. Een handvat om het model in de praktijk toe te passen.

Waarom de wijk? De toepassing van de wijkaanpak in de warmtetransitie

De toepassing van de wijkaanpak in de warmtetransitie, Samantha Scholte (PBL) en Anneloes van Noordt (Vlaamse overheid). In 2050 moeten alle woningen in Nederland aardgasvrij zijn. Wijk voor wijk wordt Nederland aangepakt. Door deze aanpak vanuit verschillende invalshoeken te belichten hopen we begrip te kweken voor elkaars perspectief. We gaan samen op zoek naar de manier waarop de wijkaanpak de energietransitie kan vervlechten met andere (ruimtelijke) opgaven in de wijk.

Bereikbaarheid van de ruimte

In deze sessies presenteerde Jeroen Bastiaanssen zijn PBL-studies over bereikbaarheid, gevolgd door een reflectie van Katinka Regtien (DG Mobiliteit, IenW). Daaruit volgde een actieve discussie over de studieresultaten, beleidsopties, en hoe daar binnen het ministerie mee wordt omgegaan. Regtien vertelde dat de bereikbaarheidsstudies mede aanleiding zijn geweest om bereikbaarheid en zorgen rond vervoersongelijkheid centraal te zetten in de nieuwe mobiliteitsvisie van IenW (die volgens de deelnemers eigenlijk ‘bereikbaarheidsvisie’ zou moeten heten), en vertelde dat IenW voor het eerst ook het gesprek is aangegaan met andere ministeries om gevolgen van hun beleid en investeringen op bereikbaarheid van voorzieningen en banen te bespreken. Het besef van die ruimtelijke samenhang is precies wat het PBL beoogde te bereiken met deze studies.

Straatje erbij

Bij de sessie over “Straatje erbij” presenteerde PBL-onderzoeker Arjan Harbers zijn onderzoek over het aantal woningen dat erbij kan komen als iedere woonkern een straatje erbij krijgt (95.000 woningen). Aansluitend vertelde Kevin van Engelshoven (ministerie van VRO) over de ambities van het ministerie om kleinschalig extra huizen bij te bouwen. De Brusselse stadsbouwmeester Kristiaan Borret waarschuwde voor nadelige gevolgen van “straatjes erbij”: “In Vlaanderen is men de vele ‘straatjes erbij’ momenteel aan het opkuisen. Dat laat onverlet dat een straatje erbij op bepaalde locaties wel zou kunnen, maar wel in een hogere dichtheid.” Vanuit de zaal werden zowel voor- als nadelen van “straatje erbij” aan de orde gesteld.

Ruimte voor de transitie van het landelijk gebied

Deze sessie ging over de verbinding van natuur- en milieubeleid in het landelijk gebied met leefbaarheid, maatschappij en economie, en over werken aan het Nationaal Programma Landelijke Gebied. Na de presentatie van PBL’er Hiddo Huitzing en de reflectie van Olga van Kalles (LVVN) ontstond een levendige discussie met de zaal. Een terugkerend thema was: kan een gesprek over het landelijk gebied – vaak gereduceerd tot landbouw – wel worden gevoerd zonder dat het ook over de stad, over de consumptie van energie en voedsel, de Rotterdamse haven en de keten gaat?

Het belang van regionaal beleid voor het Nederlands verdienvermogen

Mark Thissen (PBL), Frank van Oort (EUR), en Sakura de Vries en Rosalie Dieleman (ministerie EZ). Regionale investeringen in bereikbaarheid, woningen, voorzieningen en talentontwikkeling zijn van belang voor de concurrentiepositie van bedrijven, en daarmee het verdienvermogen van Nederland. Een bekend voorbeeld is het Beethovenproject. Welk beleid voor welke regio relevant is, licht Mark Thissen toe – op basis van 15 jaar PBL-onderzoek – het ministerie reflecteert op het nieuwe stimuleringsbeleid.

Keynote door Kristiaan Borret

Het laatste onderdeel van de Ruimtedialoog bestond uit de keynote van Kristiaan Borret, stadsbouwmeester van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hij reflecteerde op het Nederlandse ruimtevraagstuk. Meer nog dan Nederland heeft het bestuurlijk ingewikkelde Brussel te maken met een gebrek aan ruimte voor alle nodige opgaven en transities, stelde Borret. Een manier om burgers te betrekken bij dat vraagstuk zijn de architectuurwedstrijden die in België worden georganiseerd. Vrijwel wekelijks vindt er een wedstrijd plaats, wat niet alleen kansen creëert voor beginnende architecten, maar ook de toestroom van nieuwe ideeën prikkelt. 

Borret deelde daarnaast enkele inzichten over de voordelen van het hergebruiken van bestaande gebouwen, bijvoorbeeld oude kantoorgebouwen, en het sociaal-economische belang van het behouden van kleinschalige ondernemingen in de stad. Ook toonde hij twee recent gebouwde Brusselse voorbeelden van industriële gebouwen die met woningen zijn gecombineerd en verwees daarbij naar de oproep van minister Keijzer, eerder die middag, om functies te combineren en zodoende de schaarse ruimte dubbel te gebruiken.

Na de compacte lezing van Borret volgde discussie met de zaal onder leiding van Femke Verwest van het PBL. De vragen waren nog niet klaar toen de tijd er echt op zat. “Tot ziens bij de Ruimtedialoog 2025!”

External video URL